Apotheek ’t Sant

Fresiastraat 10
2071 NV Santpoort-Noord
T 023-5378284
E info@apotheek-t-sant.nl

BTW: NL 8158.04.556.b04        KvK: 34245796

Onze apotheek is geopend van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 17.30 uur.

MijnGezondheid.net

Kijksluiter

Afhaalautomaat

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

Longembolie

Wat is longembolie?

Bij een longembolie zitten er 1 of meer bloedproppen in de bloedvaten van een long. Hierdoor kan het bloed er niet goed doorheen stromen.

Een deel van de long krijgt dan geen bloed meer. Er kunnen cellen van de long kapot gaan. Daardoor werkt de long minder goed. 

Een longembolie is gevaarlijk. Sommige mensen gaan dood door een longembolie. 

Meestal komt een longembolie door stukjes van een bloedprop in je been, een trombosebeen.
Die stukjes stromen met je bloed naar je longen. Daar kunnen ze in een bloedvat vast blijven zitten.

Soms ontstaat de bloedprop in de long zelf.

Bloedprop ontstaat te snel

In bloed zitten stoffen die ervoor zorgen dat je bloed bloedproppen kan maken. Zo gaan wondjes dicht.
Bij trombose gebeurt dit te snel. Er ontstaat een bloedprop terwijl het niet nodig is. De bloedprop wordt daarna ook niet goed opgeruimd.

Dit kan komen door deze dingen:

  • Het bloed in je been stroomt langzamer. Dit gebeurt als je je kuit lang niet beweegt.
    Bijvoorbeeld omdat je veel ligt na een operatie.
  • De stoffen in je bloed zijn anders.
    Bijvoorbeeld als je medicijnen slikt, zoals de pil. Of door een ziekte, zoals nierschade.
  • De wand van een bloedvat is beschadigd. Er zitten dan kleine wondjes aan de binnenkant van je bloedvaten.
    Bijvoorbeeld door ouderdom of roken. Of doordat je eerder trombose hebt gehad.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Spoed: Bel direct je huisarts of de huisartsen-spoedpost bij 1 of meer van deze klachten:

  • moeilijker ademen, een benauwd gevoel
  • pijn op de borst
  • pijn als je ademt: pijn in je ribbenkast of bovenin je rug
  • bloed ophoesten
  • het gevoel dat je flauwvalt of als je bent flauwgevallen

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Antistollingsmiddelen
Antistollingsmiddelen remmen de vorming van bloedpropjes af en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van hart- en vaatproblemen verkleind. Voorbeelden zijn acenocoumarol, fenprocoumon, apixaban, dabigatran en rivaroxiban.

Salicylaten
Salicylaten hebben remmende werking op het samenklonteren van de bloedplaatjes en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van hart- en vaatproblemen verkleind. Voorbeelden zijn acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium.

Dipyridamol
Dipyridamol remt de samenklontering van de bloedplaatjes en vermindert zo het ontstaan van bloedpropjes in de bloedvaten. Hierdoor wordt de kans op hart- en vaatproblemen verkleind. Meestal wordt dipyridamol samen met één van bovengenoemde medicijnen, die ook de bloedstolling remmen, gebruikt.

Kankerremmende stoffen
Bepaalde kankerremmende stoffen worden gebruikt bij trombocytose en polycythemie vera.

Bij trombocytose heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling. Als er te veel van in het bloed zijn kunnen bloedpropjes ontstaan.

Bij polycythemia vera (ziekte van Vaquez-Osler) zijn er te veel rode bloedcellen in het bloed, doordat het beenmerg te veel rode bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt. Door de rode bloedcellen wordt het bloed te stroperig. Hierdoor kan het niet goed doorstromen. Bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling. Als er te veel van in het bloed zijn, kunnen bloedpropjes ontstaan.

Bepaalde kankerremmende stoffen verminderen de aanmaak van rode bloedcellen en bloedplaatjes. Voorbeelden zijn busulfan, hydroxycarbamide en melfalan.

Urokinase
Urokinase wordt gebruikt om bloedstolsels op te lossen. Zo kan het bloed weer goed stomen en krijgen de longen voldoende zuurstof.